Lang leve het Matriarchaat!

Mathilde ter Heijne

smba-newsletter-112.pdf (360 Kb)

Van: 20 september t/m 8 november

Opening: zaterdag 19 september, van 17.00 tot 19.00

De eerste grote solotentoonstelling van Mathilde ter Heijne in Nederland heeft een specifiek thema: het matriarchaat. De meningen over wat matriarchaat precies is, zijn verdeeld en bewegen zich tussen uitersten als de voorstelling van een ideale samenleving in harmonie met de natuur en het horrorscenario waarin vrouwen mannen castreren. Het is in ieder geval niet het tegenovergestelde van het patriarchaat, of heerschappij van de man, zoals wij dat nu kennen in verreweg het grootste deel van de wereld. Het uit het Grieks afkomstige woord Matriarchaat betekent zoveel als ‘in het begin de moeder’, waarmee in ieder geval de centrale rol van de moeder is aangeduid. De eerste publicatie over de matriarchale samenlevingsvorm verscheen in 1861. Sinds enkele tientallen jaren is er weer sprake van serieus onderzoek dat de verschillende matriarchale samenlevingen en hun economische, politieke en sociale kenmerken systematisch in kaart probeert te brengen.





Ter Heijne brengt het matriarchaatonderzoek via verschillende ingangen aan de orde. Het werk Experimental Archeology bestaat uit replica’s van prehistorische aardewerken voorwerpen met symbolen en motieven die verwijzen naar een wijdverbreid schriftsysteem uit de prehistorie rondom de moedergodin, dat aan onze cultuur ten grondslag ligt. De nauwkeurige reconstructies zijn bovendien op een rituele manier gebakken, bij het licht van de volle maan, zoals te zien is in de videofilm Moon Rituals. De motieven van cyclische tijd en vruchtbaarheid keren deels terug in het recente Red, Black, Silver and White: een modelijn opgezet in samenwerking met het Berlijnse label von Wedel & Tiedeken. De eerste collectie, Goddess, bestaat uit in totaal negen poncho’s die voorzien zijn van geometrische patronen afkomstig uit oude Oost-Europees symboolsystemen die voorafgingen aan het alfabetische schrift. Prehistorica Marija Gimbutas toonde in het boek “The Language of the Goddess” (New York, 1989) aan dat de neolithische, magische symbolen bewijs zijn voor de dominante status van de godin boven de god en van een overwegend matriarchaal geordende sociale structuur in de vroege mensheidsgeschiedenis.

Blikvanger van de expositie is The Reconstruction of the Communal House of the Qiau Zi Family. Het is een replica van een 200 jaar oud Mosuo-huis dat tot 2007 nog werd bewoond door een traditionele Mosuo-familie. De Mosuo is een matriarchaal georiënteerde volksstam van ongeveer 60.000 zielen in het zuiden van China. Hun samenleving wordt gekarakteriseerd door gelijkheid van de seksen, het recht van de vrouw om haar partners te kiezen en de afwezigheid van huwelijk, gezinskern, privaat eigendom en klassenverschillen. Het huis speelt in een centrale rol in deze samenleving als symbool voor gemeenschappelijkheid en als plek voor de godinnenverering.

Samen met nog enkele andere werken geeft de tentoonstelling de indruk van een etnografische presentatie. Eentje waarin niet een bepaald volk, een afgebakende cultuur of historische entiteit centraal staat, maar een waarin het idee van het matriarchaat – als tegenhanger van de huidige, overwegend monotheïstische en dus patriarchale samenlevingen – wordt uitgetest. Een idee dat sinds de jaren ’70, tegelijk met de alomtegenwoordige langharige man, een sterk antikapitalistische tendens, het geëxperimenteer met woongroepen, occultisme en een uitgesproken feministische beweging ondergronds is gegaan. In die zin is ‘Lang leve het Matriarchaat’ een statement, zeker ten aanzien van deze tijd waarin een hegemoniale, mangedomineerde, op winstbejag gerichte cultuur, met name die in de financiële wereld, onder vuur is komen te liggen vanwege haar oorzakelijke rol in de kredietcrisis.

Ter Heijne’s werk beslaat een breed scala aan disciplines. Vanaf 1999 is zij vooral geïnteresseerd in het thema van opoffering binnen machtsverhoudingen in relatie tot religie, geslacht, culturele en politieke achtergrond, en waarbij haar installaties, performances, film- en videowerken doorgaans gebruik maken van bestaand bronmateriaal zoals films, foto’s, psychotherapeutische sessies of bijvoorbeeld religieuze rituelen. Dat is ook zo bij de recentere werken rondom het matriarchaat, waaraan archeologisch en etnografisch materiaal ten grondslag ligt. Eén werk in de tentoonstelling in SMBA was onlangs te zien in de expositie ‘Rebelle’ in het Museum voor Moderne Kunst in Arnhem: Women to Go, een serie ansichtkaarten met verschillende portretten van vrouwen en op de achterkant telkens een levensbeschrijving van een (bijna) vergeten historische vrouw.

Het werk van Ter Heijne (1967) is sinds het jaar 2000 in Nederland nauwelijks nog getoond. Zij volgde kunstopleidingen in Maastricht en aan de Rijksakademie in Amsterdam en woonde sindsdien in New York en Berlijn. Ze had onder meer solotentoonstellingen in het Migros Museum für Gegenwartskunst in Zürich (2002) en in de Berlinische Galerie (2006), en onlangs nog bij galerie Arndt & Partner in Berlijn. Begin september is haar bijdrage voor het sculpturenpark Leidsche Rijn in Utrecht opgeleverd. Haar werk bevindt zich in talloze museale en particuliere collecties verspreid over de wereld.

Bij ‘Mathilde ter Heijne: Lang leve het Matriarchaat!’ verschijnt SMBA Nieuwsbrief nr. 112 met een bijdrage van Hendrik Folkerts, kunsthistoricus en initiator/oprichter van Troublemakers, het onderzoeksplatform over feminisme.

In de tentoonstelling is tevens een hand-out beschikbaar met nadere informatie over de verschillende werken.